Pagina's

donderdag 20 mei 2010

17 mei: Osmotherley - Lion Inn



Van Osmotherley naar de Lion Inn.

De landlord vertelde ons hoe we aansluiting konden vinden bij het C2C pad, maar eerst wilden we Osmotherley nog wat beter bekijken.

Het plaatsje is feitelijk in de 18e eeuw ontstaan doordat de eigenaar van een vlasmolen en vlasverwerkingsbedrijf, de arbeidershuisjes liet bouwen. Hiervoor waren er al een kerk, een handvol huisjes en ongetwijfeld een pub, door de ingreep vanuit de vlasmolen, werd het plaatsje opeens veel groter. Het resultaat blijkt een prachtig harmonieus geheel van kleine cottages en winkeltjes te zijn.
De kerk en het kerkhof liggen midden tussen de huizen (de meeste huizen kijken met hun achterzijde feitelijk uit over het kerkhof). We zagen de winkel van familie Thompson, die de winkel al sinds 17nogwat beheert (en nog steeds doet); de pub Catharina (naar Catharina van Aragon, de eerste vrouw van Hendrik VIII), waar het zou spoken. Na een goed half uur (want zo groot is het niet), liepen we het dorp uit.

De landlord had ons aangegeven dat we na de 2e “cattlegrid” naar rechts moesten. We hadden vergeten te vragen hoe lang dat ongeveer duurde, want dat bleek een goed uur lopen te zijn. Ondertussen slaat de twijfel toe.

Vertrouwen, Zwart, vertrouwen...

De 2e cattlegrid kwam inderdaad in zicht en daar kwam van de andere zijde... Tony met zijn kleinzoon de berg af klauteren. We liepen een tijdje met elkaar op, maar Tony had blijkbaar haast (hij liep erg snel), dus we lieten hen weer gaan. We begonnen aan de eerste beklimming van vandaag. Een top van bijna 500 meter. Het uitzicht was er ook naar: we keken een eindeloze diepte in van boerenland, stadjes, dorpjes en zo voort. Op de top liepen we door een uitgestrekt heidegebied.

Nadat we de top hadden beklommen, moesten we al snel weer afdalen naar de diepte van het dal beneden ons, om vervolgens opnieuw een top te moeten beklimmen, welke ongeveer net zo hoog was als de vorige.

Dit bleek zich tot 6 keer te herhalen. De beklimming was steeds behoorlijk steil, de afdaling idem dito. Ik kan jullie melden, dat put behoorlijk uit. Ondertussen leek de voorspelde zonneschijn van vandaag zich niet door te zetten: donkere wolken dreven over en er kwam soms een klein spatje uit. We hadden de regenkleding niet meegenomen, dus hielden onze vingers gekruist...De derde beklimming was nogal spectaculair: vlak bij de top hield het pad op en zagen we enorme rotsen voor ons opdoemen: we moesten ons hier een weg doorheen hijsen. Vlak voor ons zagen we Tony en zijn kleinzoon, maar toen we boven waren, waren ze alweer vertrokken. Na de een na laatste beklimming en afdaling (we hadden het uitzicht nu wel gezien en werden steeds vermoeider), vonden we een bankje en ploften uitgeput neer. Achter ons kwamen de drie Nederlandse mannen die we al eerder hadden ontmoet, de berg afdalen en terwijl we met hen spraken, kwam vanuit het bos aldaar een Canadees echtpaar (wat we wel al enkele keren hadden gezien, maar geen contact mee gehad) aanlopen. Zij vertelden dat ze om deze top heen waren gelopen, via het bos...

De Nederlandse mannen bleken hier ergens een slaapplaats te hebben: wij moesten nog door: een laatste beklimming en dan geleidelijk, via een enorm heidegebied afdalen richting onze overnachtingsplaats.

Het heidegebied doorkruisten we via een oude railweg. De rails waren natuurlijk weggehaald, maar het enorme (zand?) lichaam waarop de weg had gelopen, lag er nog. Het was een mooi pad geworden, dwars door het heidegebied heen. Een prettige afwisseling na het vele klimmen en dalen eerder deze dag. De zon brak door en het werd warm. We moesten nog ruim 2 uur lopen en na een uur treedt een nieuw verschijnsel in: verveling. We waren moe, na de tocht van gister (37 km) en vandaag opnieuw 32 km, het heidegebied, mooi maar op een gegeven ogenblik geloof je dat wel en dan wordt het domweg doorbijten: stap, stap, stap, stap, …, …

Na 1 ½ uur gebruikten we ons laatste water. De herberg (die midden in het heidegebied moet liggen) was nog niet in beeld. Achter ons kwam het Canadese echtpaar aanlopen. Zij hadden ook last van de afstand en de uitzichtloosheid. We liepen samen verder op en dat bleek een goed idee. Al pratend doorbraken we de eentonigheid en na een straf half uur doorstappen, zagen we, om een bocht, opeens in de verte de herberg op de top van een heuvel liggen.

Het duurde niet lang of we zaten aan ons verdiende glas lokale bier. We deelden met elkaar de maaltijd en toen vertrokken Anita en ik naar bed. Het bed kraakte, maar lag heerlijk. Morgen een korte dag en alweer de voorlaatste etappe voordat we woensdag de Noordzee zullen zien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten