Pagina's

donderdag 13 mei 2010

13 mei van Keld naar Reeth

13mei: Keld.....Reeth

Vanmorgen ontbeten met een prachtig uitzicht op de heuvels rondom ons. De hoteleigenaar heeft vroeger bij de RAF gediend en heeft daarom een aantal jaren in Maastricht gewoond. Hij is erg trots op de weinige Nederlandse woorden die hij kent ("Godverdikkie"). Met een "tot
ziens"nemen we afscheid van hem.

Vandaag kunnen we kiezen uit een aantal routes naar Reeth toe. Wij besluiten om de route door het dal van het riviertje de Swale te doen. Veelal dalen en onderweg genieten van watervalletjes en de geluiden van vele vogels en schapen. De rivier moeten we in principe aan onze rechterhand houden. Dat lukt aardig, totdat we moeten kiezen uit 2 paden; beide lopen aan de linker (dus goede kant) van de rivier. We kiezen, zoals even later blijkt, voor het pad dat ons omhoog leidt. Dus toch klimmen, vandaag !

Boven op de top komen er sms'jes binnen die gisteren al verstuurd blijken te zijn. Het zijn nare berichten. Chewy, één van onze katten, vermagerde de laatste week zienderogen, at en dronk
niet meer. Gisteravond bleek hij zeer kortademig en spuugde bloed. Met Oma is Mirte naar de d.d. dierenarts geweest,maar deze kon eigenlijk niets meer doen. Een ruimte-innemend proces in Chewy's long was al zover gevorderd dat alleen een spuitje verder lijden kon voorkomen. En dat is
gebeurd vannacht om kwart voor 2.

Op zo'n moment is het rot om zover weg te zijn. Mirte was vanmorgen nog erg van slag en staande op zo'n bergtop in Engeland kun je dan niet zoveel doen. Wel waren we trots op de kinderen, zoals ze elkaar hebben geholpen. Gelukkig komt vriendin Maartje de rest van de dag naar haar toe.

Dit alles drukt wel een stempel op de dag; het lijkt wel alsof we na deze tijding ook steeds de verkeerde beslissingen nemen. Van het stijgende pad lopen we uiteindelijk wel weer naar de rivier, maar in een dorpje nemen we wederom een verkeerde weg. Een stevige klim doet ons belanden op een uitgestrekt weideveld; we zien niets anders dan gras en twijfelen of we wel op de goede weg zitten. We besluiten om de eerste de beste weg naar beneden te nemen om toch maar bij de rivier uit te komen.

Op weg daar naar toe komen we langs een bar waar we even wat drinken. Geen alcohol, dus dat verklaart niet waarom Erik, als we de wandeling hervatten, opeens plat op z'n gezicht valt ! De wandelstokken blijken zijn redding; daardoor wordt zijn val geremd, maar het voorkomt niet dat
hij op knieën en gezicht terecht komt.

Gelukkig geen uiterlijke schade en innerlijk, ach daar zit altijd al een steekje los !

Het pad langs de rivier vinden we langs een alternatieve route terug en dan begint een eindeloos lijkende wandeling naar Reeth. Vlak voor het dorp treffen we Amerikaanse Tony en zijn kleinzoon en Paddy en Virginia, beiden uit Londen. Dit groepje heeft elkaar 3 dagen geleden tijdens de C
to C leren kennen en omdat beide Amerikanen de kaarten niet goed konden lezen, zijn Paddy en Virginia met hun mee blijven lopen. Tony nodigt ons spontaan uit voor het diner van vanavond in de "Black Bull".

Inmiddels zijn we gearriveerd bij onze plek voor vannacht "Buck Hotel". Een grote kamer, een groot bed, een douche in het bad waarbij, als Erik het douchegordijn niet ín het bad hangt tijdens het douchen de hele badkamervloer blank komt te staan.



verslag van 11 en 12 mei

11 mei: Shap.......Kirkby Stephen
Moe, maar voldaan na de lange dag van gisteren, zijn we gisteravond naar bed gegaan rond 21.00 uur en direct in slaap gevallen.

Gisteren, tijdens de ontvangst in deze B&B, vreseljk gelachen óm en met een Engelse gast. Tijdens het drinken van de thee en het eten van de scones waarop de landlady ons trakteerde, kwam het gesprek op Nederandse gerechten. We vertelden Chris, een Engelsman, over onze erwtensoep. Erik voegde daar aan toe dat er in de erwtensoep een varkenskop zit waarmee de soep getrokken wordt. Waarop Chris, heerlijk onderkoeld, opmerkt: “That must be quite a bowl !” We lagen alledrie dubbel !

Vanmorgen om kwart voor 8 ontbijt met porridge (échte havermoutpap) voor Anita en een lichter fruitontbijt voor Erik. Op den duur gaat het Engelse zware ontbijt namelijk tegenstaan. De landlady blijkt een ware gastvrouw; alles is tot in de puntjes geregeld en past perfect bij elkaar. Ze verwacht wel van de gasten dat ook díé precies de schoteltjes en diverse schaaltjes gebruiken als waar zij ze voor bestemd heeft. Daar zijn wij ( léés Erik !) toch weer een beetje te veel boer voor ! Als de packed lunch die we hebben besteld ook nog eens op een schaal wordt opgediend met de plastic zak ernaast waar het in kan worden gedaan, gillen we van binnen allebei ! Maar, het was een prima ontbijt en met de lunch zit het dus ook wel snor !

De wandeling vandaag is een lange (zo'n 34 km.). Met het Lake District achter ons lijkt het gedaan met het échte klimwerk. We lopen vandaag over uitgestrekte glooiende heidevelden, we komen langs diverse archeologische sites en we maken heel veel kilometers.

Wat opvalt is dat de C to C-route door veel mensen wordt gelopen. We komen de afgelopen dagen steeds dezelfde mensen tegen; de meesten natuurlijk Engels, een groepje van 3 Nederlandse mannen en een groepje van 4 Amerikanen. Omdat ieder in z'n eigen tempo loopt, zie je elkaar soms tijdens het pauzeren of 's morgens of 's avonds in de B&B. Onderweg vraag je elkaar hoe het gaat en 's avonds in het hotel komen alle verhalen over de wandeling zelf of die van de volgende dag. De Engelsen die wij tegenkomen blijken ware wandelaars; hun tempo is hoog, ze gaan net zo makkelijk de heuvels en bergen op als dat ze er af gaan en.....ze blijven maar “ouwehoeren”. In de verte hoor je ze al aan komen kwetteren en omdat ze vlugger lopen dan wij, kun je het hele gesprek volgen. We laten ze vaak maar al te graag voorbij gaan. Het pad dat we moeten lopen is veelal al platgetreden door de velen die ons voor zijn gegaan. Makkelijk te volgen dus. Tóch moet je blijven opletten; er zijn vele wandelroutes en je kunt zomaar het verkeerde (platgetreden) pad volgen. Eén beschrijving tijdens de route van vandaag luidt dat een lange weg van 5 km. door de heidevelden moet worden gevolgd. Verstand op nul dus maar ! Daardoor missen we jammer genoeg een afslag en dat betekent dat we zo'n 20 minuten voor Jan Doedel hebben gelopen. Op zo'n grote afstand als vandaag, kun je dat niet hebben. Daarbij is de geasfalteerde weg over de heidevelden onafzienbaar lang, hij daalt en hij stijgt en er komt geen end aan. Duidelijk zo'n gevalletje van “waren we er maar !” De asfaltweg maakt plaats voor een weg door de velden om uit te komen bij een vervallen spoorweghuisje en een prachtige oude stenen brug. In de verte een mooi, buiten gebruik geraakte, spoorviaduct. Op de wegbewijzering staat Kirkby al aangegeven, dus we krijgen weer moed. Twee hoge beklimmingen zijn echter “killing” en niet goed voor het gemoed. Erik heeft last van zijn voeten en vermoedt enkele blaren. Hij loopt daardoor niet in z'n ritme en verliest per minuut meer humeur. Anita krijgt strikte orders hem niet te fotograferen als hij in al z'n ellende over hekjes,muren etc. moet klimmen. (hahaha ; tóch gedaan !)

Kirkby laat gelukkig niet snel meer op zich wachten; de eerste B&B in het dorp is die voor ons. Wederom een zeer gastvrije dame die ons opwacht met versgebakken scones en een pot thee. De kamer is stijlvol met een heerlijk groot spijlenbed. We ploffen erop neer,nemen een warme douche, bellen Koen nog even en besluiten de boterhammen van de lunch als diner te gebruiken. We blijven in bed en slapen om 20.00 als rozen !

12 mei: Kirkby Stephen – Keld
Als ik wakker word voel ik alle gekende en nog niet eerder gekende spieren en spiertjes in mijn lijf. Natuurlijk probeer ik soepel overeind te springen, maar die poging eindigt in een bizarre kramp. Met name in mijn rug verzet alles zich tegen een nieuwe wandeldag.

Die dag is weliswaar een “piece of cake” in vergelijking met gister (aldus de beschrijving), maar inmiddels ken ik die pieces of cake van de Engelsen...

Als een stokoude man kleed ik me aan en geleidelijk begint het leven in mijn lijf terug te keren. Wanneer we naar de ontbijttafel lopen is er geen mens meer die me meewarig aan hoeft te kijken: ik loop weer als een kievit (hoe lopen die eigenlijk?). Na een “continental breakfast” (ik kan geen engels ontbijt meer zien: te vet, te veel) en wat fruit, nemen we de lunch box in ontvangst en gaan op weg.

Kirkby Stephen staat bekend als een mooi plaatsje. Helaas loopt er wel een zeer drukke autoweg dwars door heen. De geveltjes zijn echter aardig, er is een banking machine (voor kabouters want ik moet ongeveer op mijn knieën) en Anita kan enkele ansichtkaarten kopen. Haar dag kan dus niet meer stuk en dat scheelt als het op mijn dag aankomt.

Wanneer we het dorp uitlopen, komen we Chris tegen. Een Engelsman uit de buurt van Londen. We komen elkaar al verschillende dagen tegen in de B&B of tijdens de route. Chris heeft de eigenaardige gewoonte om aan het begin van de dag verkeerd te lopen en daar was hij ook vandaag alweer mee bezig. We overleggen wat over de te volgen route en we komen er samen wel uit. Chris zet zijn ons inmiddels bekende tempo er in en al snel is hij over de heuvelrug verdwenen. Ook wij lopen het dorp nu uit en laten ons inhalen door de verschillende groepjes die ons achterop lopen.

Anita heeft het al gemeld: het zijn echt bijzonder aardige mensen, die Engelsen, maar ze praten en praten en praten en praten...

Enfin, we moeten ook vandaag beginnen met een flinke klim: de 9 standards. We hebben we 9 steenhopen (want dat zijn het) gister al tijdens de wandeling als een ravelige rand op de bergrug gezien waar we nu tegen oplopen. Niemand weet wat het zijn (ja, steenhopen, duh), wat de bedoeling ervan is. Maar ze stammen uit de prehistorie en wanneer je er eindelijk naast staat (na een klim van zo'n 1 ½ uur), raak je toch onder de indruk. Ze staan op een plek met een  bijzonder weids uitzicht over de omgeving. Je hoort niets anders dan de wind (de groepjes vertrokken net toen wij aankwamen). Het is op een bepaalde manier een intensieve ervaring. Maar het was ook berekoud: de wind woei hard uit het noord oosten en er kwam opnieuw sneeuw mee naar beneden.

Omdat we over de heuvelrug moesten lopen in een open vlakte, trokken we onze extra kleding aan, deden de handschoenen aan, Anita deed haar sjaal om haar hoofd en ik zette mijn hoed op. Het was echt nodig want we voelden dat we snel afkoelden. We proberen zo snel mogelijk door de vlakte heen te komen, maar dat valt niet mee: het is een veengebied en voortdurend moeten we zeer drassige stukken zien over te steken. Er is geen duidelijk pad: ergens aan het eind staat, als héél klein stipje, een zuil van gestapelde stenen: dáár moeten we heen. Bij de zuil begint een flinke afdaling, nog steeds door “boggy land”. Op een gegeven ogenblik naderen we de “black hut”, aldus de routebeschrijving. Een hut die door iedereen gebruikt kan worden om even te schuilen. Het is inmiddels 13.30 uur dus we besluiten hier onze lunch te gebruiken.

Dat is mazzel: we zitten nog maar net en het begin dan echt goed te sneeuwen en te hagelen. We wachten tot de bui over is en dalen verder af. We komen uiteindelijk in Ravenseat: een verzameling van enkele boerderijen. Eén van de boerderijen belooft ons thee, chocolademelk, scones en andere lekkernijen, dus daar denken we geen seconde over na. De boerin blijkt een symphatieke, hoogzwangere dame. Ze is geïnteresseerd in ons verhaal en ze lacht wat verlegen als ik opmerk dat ik haar herken van de BBC-documentaire over het C2C-pad. “Oh mine, I am even recognized in Holland.”

De chocolademelk en verse scones (met zelfgemaakte jam), bevallen natuurlijk prima. Dat geldt ook voor een jonge terriër die ons met zijn treurige ogen een flink deel van de scones afhandig wist te maken. Hierna is het laatste stuk van een uur zo gepiept. De wind is gaan liggen, de zon schijnt voorzichtig en we wandelen hoog boven een prachtige vallei waardoor een snelstromende beek loopt met verschillende watervallen. Zo lopen we Keld binnen.

We zijn nu op de helft van de route. We hebben een goed glas bier (uiteraard weer een lokale brouwerij) verdient...ja, ja, Anita dronk sinaasappelsap. Vers, uit een flesje... moet ze maar bier drinken.

In de routebeschrijving hadden we gelezen dat er in Keld nauwelijks eetgelegenheden zijn. Daarom besluiten we onze lunch box maar ten dele te gebruiken en een en ander voor de avond te bewaren. Dit is op zichzelf geen probleem: ook de lunch boxes die we meekrijgen zijn zo omvangrijk, dat we er dagen mee verder kunnen. Het hotel waar we verblijven, Keld Lodge, blijkt echter net nieuwe eigenaren te hebben, die ook een keuken hebben geopend. En wat voor een keuken. Ik waag me aan verschillende lokale gerechten: stiltonpaté (van kaas dus); lever en uien en een Keld lemon “twist”. Het was een godenmaal. Anita begon met champignons in de knoflooksaus; kip in knoflooksaus en een desert zonder knoflook.

Ik lig vannacht met mijn hoofd onder mijn kussen.(Dat is wel zo rustig; dan hoor ik 't gesnurk niet ! - anita :))

De verschillende verblijfplaatsen.
Halverwege de tocht een kort overzicht van de verschillende overnachtingsplaatsen.
1. St. Bees: Fairladies Barn Guesthouse. De ontvangst was vriendelijk maar zakelijk en kort. Zo ontdekten we pas de volgende ochtend dat een lunch box de voorafgaande avond besteld had moeten worden. De kamer was schoon maar erg klein: er paste precies een bed in. De douche/ toilet was ook klein. Het ontbijt was prima.
2. Ennerdale: Fox & Hounds. Prachtig antieke herberg. Ruime kamer, idem dito sanitaire ruimte. Door verbouwing, konden we niet in het hotel zelf dineren. Ontbijt wel in het hotel, dit was prima.
3. Stonethwaite: Stonethwaithe farm. De enige B&B zonder eigen sanitaire ruimte. De farm zelf is erg oud zodat ik (Erik) in ieder geval voortdurend gebukt moest lopen om te voorkomen dat ik mijn hoofd stootte. Het bed was ook te klein voor mij. Kamer was klein: er paste precies een bed in. Alles was wel schoon en de landlady was zakelijk maar vriendelijk. Ontbijt was prima.
4. Chestnut Villa. Is nog maar net van start gegaan. Ligt wel iets uit het centrum, maar dat was goed te doen (10 minuten lopen). Alles is tot in de puntjes geregeld. Zeer vriendelijke landlords (Mike en Richard). De beloofde WIFI werkte niet en dit konden beiden ook niet oplossen. Alleen ontbijt en dit was prima. Kamer schoon en redelijk ruim (evenals sanitair), maar ook nogal koud door enkele beglazing.
5. The White Lion Inn. Weer een klassieke pub met ook enkele kamers. Kamer was schoon en voldoende ruimte. Eten in de pub een belevenis. Heerlijke ambiance.
6. Brookfield Guest house. Wordt gerund door een alleenstaande dame die alles perfect heeft georganiseerd. Begrijpt niet altijd goed dat haar organisatie niet direct de jouwe is. Wel een bijzonder vriendelijke en innemende dame die alles doet om het haar gasten naar de zin te maken. Eten is goed en veel, erg veel.
7. Jolly Farmers: wordt gerund door een vrouwenhuishouden, zoals de landlady het omschreef: zij en haar drie dochters. Heeft het erg druk en maakt dit ook regelmatig kenbaar. Wel vriendelijk. Kamer was schoon. In sanitaire ruimte lag vloerbedekking, zodat het nogal muf rook. Ontbijt was prima.