Pagina's

zaterdag 8 mei 2010

het wandelen

Even enkele opmerkingen over het wandelen op zichzelf: toch onze
belangrijkste bezigheid de afgelopen dagen :) Ik begon deze blog met me
af te vragen hoe je je kan voorbereiden op een tocht als deze.

Nauwelijks.

We hebben uiteraard de nodige kilometers in Nederland
gelopen. De weken voorafgaand aan C2C, wekelijks een tocht van ruim 30
kilometer en dagelijks plm. 5.

Uiteraard, het belangrijkste verschil met Engeland is: in Nederland is alles volledig plat.
Wandelen heeft hier dan ook een volstrekt ander karakter: er wordt niet geklauterd en er
vinden geen afdalingen plaats. Belangrijk zijn hier vooral je uithoudings- en doorzettingsvermogen.

Overigens, uitstekende eigenschappen om getraind te hebben wanneer je aan C2C begint: je hebt
ze beide nodig.

Het wandelen in heuvels in de categorie als in het lake district... daar kun je je nauwelijks op voorbereiden. Het dagelijks wandelen is de training die je ondergaat en dat merken we goed: de
beklimmingen en afdalingen op de derde dag gingen alweer veel gemakkelijker dan op de eerste.

Een ander belangrijk verschil met Nederland: in Nederland zijn de routes over het algemeen zo aangegeven dat je wel vrijwel blind moet zijn, wil je de weg kwijtraken. Hier niet: de route kent geen eigen markering. Soms staat er ergens een wegwijzer, soms een bordje op een hek en,
vooral boven in de heuvels, stapeltjes stenen ("cairns"). Maar ook heel
vaak moet je het zelf maar uitzoeken. Het is allemaal niet zo georganiseerd.

Er zijn ook voortdurend alternatieve routes. Je hebt dus een goede kaart en beschrijving nodig. Voor als het nodig is, heb ik nog een gps en kompas in mijn rugzak, maar die zijn nog niet gebruikt.

Goede materialen, dat is echt belangrijk.

Wij hebben al jaren goede wandelschoenen, daar hebben we echt in geïnvesteerd. Onze schoenen zijn
van de B/C categorie. Hierbij moet je je voorstellen dat wandelschoenen van de D-categorie, schoenen zijn voor wandelingen in het hooggebergte. De A-categorie zijn de lichtste. Wij hebben dus redelijk stevige schoenen: goede bescherming van de enkels (heel noodzakelijk) en een
goed profiel van de zool. Tot onze verrassing, we hadden er geen ervaring mee, goede wandelstokken. Het is echt onvoorstelbaar hoeveel lol we hiervan hebben. Ik durf de stelling wel aan dat, met mijn aanzienlijke gewicht (Erik), deze wandeling voor mij en vooral mijn knieën ondoenlijk was geweest zonder mijn wandelstokken. Ze vangen steeds een aanzienlijk deel van het gewicht op. Ik heb nauwelijks last van mijn knieën. Ja, natuurlijk, na een afdaling als gister naar
Grasmere, steil omlaag, dat voel ik. Maar als ik om me heen kijk, ben ik
dan niet de enige. Verder hebben we goede wandelsokken aan: deze helpen de conditie van de voet in orde te houden. Echte wandelkleding hebben we verder niet. Om ons heen zien we wat dit betreft
van alles voorbij komen: de meest sportieve en opvallende kleding tot
mensen die in hun gewone kloffie voorbij komen. Maar allemaal hebben ze goede schoenen en, vrijwel de meesten, één of twee wandelstokken.

We dragen in ieder geval beide 2 flessen water met ons mee (dat is dus 2 liter). Die gaan leeg. Onderweg kopen we ook nog de nodige liters. Dagelijks drinken we dus zeker 4 a 5 liter water. Dat zweten we overigens ook wel weer uit :)

En verder: ja, je wordt moe van wandelen, je gaat er van zweten. Daar
helpt geen oefening of uitrusting tegen. Als je daar geen zin in hebt:

neem de bus...

1 opmerking: